Zwemmen op de Koewacht
We gaan verder….
Natuurijk zijn er na Fons van Poele nog meer badmeesters aangesteld. De bekendste hiervan is wel Tonny Hendriks. De door de zon gebruinde "jongeling"; wie kent hem niet. Op dit moment zijn er toezichthouders. Hierbij ook vrijwilligers die op de zwemmers letten. Het is wel een probleem aan het worden. Gelukkig werken ook de gemeentes Stekene en Moerbeke mee om mensen te zoeken die om de beurt een oogje in het zeil houden. Een prima samenwerking tussen de drie grensgemeenten.
Verbouwing
Een zwembad vraagt veel onderhoud, vooral als er mankementen aan het bad komen. Al een aantal jaren lekte het bad en de coating was na 40 jaar versleten. De gemeente Terneuzen had een behoorlijke spaarpot aangelegd om de openluchtbaden in de gemeente te onderhouden. Een mijns inziens zeer goed beleid. Daarom was het niet zo moeilijk om te besluiten tot een grote renovatie van het bad. Alle gebouwen werden afgebroken en er werden nieuwe kleedruimtes opgetrokken. Eind mei 2012 was de klus geklaard en op zaterdag 2 juni was de opening. We kunnen weer 40 jaar vooruit. Met de opening werd ook eer gebracht aan Melda Vermandel-
Het was zondag 8 juni 1919, Pinksteren. Een prachtige zomerdag. Drie vrienden, Honoré van G., Jos van G. sr. en Wies de B., sloegen aan het eind van de Bogaersdreef, voor de dijk met oeverzwaluwen, rechtsaf richting de Konijneputten. Fiets tegen een boom, kleren uit, zwembroek aan en wie het eerst in het water dook. Zo ging het bijna altijd als ze samen gingen zwemmen. De Konijneputten was hun favoriete plek.
Het water was helder, maar begin juni nog heel erg koud. Rechts beneden de dijk was een mooie plek om te duiken, wel 4 meter diep. Zoals gewoonlijk zwommen ze de kreek over: wie het eerst aan de overkant uit het water was. Onderweg zongen ze of maakten af en toe oergeluiden alsof ze door een krokodil achtervolgd werden. Honoré won met glans, gevolgd door Jos.
Toen ze op de kant klommen was Wies tot hun schrik nergens te bekennen. Zou hij onder gedoken zijn om hen te laten schrikken? Hij kon immers fantastisch goed zwemmen. Nog even wachten. De twee kregen het benauwd. Het zou toch niet…… Tegelijk doken ze terug het water in en zwommen dezelfde weg terug, af en toe onder duikend om te kijken of ze Wies konden vinden. Helemaal niets of niemand te bekennen. Ze waren kapot toen ze bij de zwemplek het water uit kwamen. "Wat moeten we nu?", bracht Honoré zachtjes uit en maakte een slissend geluid. Ze gingen zitten om even bij te komen. Mijn God, wat een ramp. Tegen de avond werd het levenloze lichaam van Wies de Backer uit het water gedregd. Alles wees erop dat hij onderweg kramp of misschien een hartstilstand gekregen had. Niemand heeft ooit de juiste doodsoorzaak geweten. Dit is nooit onderzocht. Ook de twee medezwemmers hebben er nooit over gepraat. Een boer uit de buurt bracht hem naar huis met paard en kar. Vijfentwintig jaar was hij, vader van een dochtertje van nog geen 3 maanden oud. In het Terneuzensch Volksblad en de Middelburgse Courant werd een klein berichtje geplaatst.
Dit gebeurde honderd jaar geleden. Een echt zwembad was een luxe die alleen grote steden zich konden permitteren. Wij hier op Koewacht niet. Bijna overal in de kreken werd gezwommen. Wie in de kern en op St. Andries woonde ging meestal naar de Boskreek, terwijl jongens en meiden van 't Zand en de Nieuwe Molen het Grote Gat, de Konijneputten of Bontese Put indoken.
Meer dan veertig jaar later zwommen wij, net als onze opa's, in dat zelfde Grote Gat. Het was in die tijd echter verboden en het duurde dan ook niet lang of we kregen bezoek van den dikken Huygen en van Kruyssen, onze twee plaatselijke politieagenten. "Onmiddellijk eruit en naar huis; laatste waarschuwing", kregen we te horen. Vanaf toen werden onze fietsen en onze kleren verstopt, stond er iemand op de uitkijk om het blauwe gevaar tijdig te signaleren en hadden we schuilplekken in het riet en op andere plaatsen om daar te wachten tot de kust weer veilig was. Het waren spannende tijden.
Diezelfde verhalen hoorden we natuurlijk van de jongens en meisjes uit het dorp. Die gingen zwemmen in de Boskreek. Ook daar hadden ze een heel mooie zwemplek, maar helaas ook geen kleedhokjes.
Vooraan in het Grote Gat (achter het riet) konden de kinderen oefenen. Als je kon zwemmen waagde je de oversteek naar "de Nul". Dit was een ondiepe plek op ongeveer 25 meter uit de kant. Je kon daar net met je hoofd boven water staan, even rusten en weer terug zwemmen. De eerste keer was dat best spannend. De goede zwemmers staken regelmatig de hele kreek over en wisten onderweg een plaats waar veel zoetwatermossels zaten. Ze voelden met hun tenen de modderbodem af tot ze er een voelden en doken deze dan op. De mossels werden gewoon weer teruggegooid in het water. Wij wisten toen nog niet dat je daar ook geld voor kon krijgen. Het schijnt dat vijverliefhebbers deze gebruiken om hun water te zuiveren.
In Bontese Put mochten wij niet zwemmen. Niet dat het geen mooi water was, want het barstte er van de vis, maar er zaten veel echels (bloedzuigers). Als deze zich vast zogen op je lijf, dan had je de poppen aan het dansen. Je kreeg ze er met geen mogelijkheid af. Eén keer heb ik het gezien bij een jongen die toch het water in dook. Hij kwam op de kant met een echel op zijn kuit. Paniek alom. Sindsdien heb ik het nooit meer gewaagd om de goede raad van mijn ouders in de wind te slaan; tenminste wat dit zwemwater betrof.
Axel had wel een zwembad. Een natuurbad wel te verstaan. In de Kleine Kreek waren twee betonnen steigers gebouwd.. Iets verder in het water was de hoge duikplank. Daar was het diep genoeg om te duiken. Bovendien moest je kunnen zwemmen om er te geraken. Er was ook een lage duikplank. Met wit zand was een soort strand gemaakt waar je kon zonnen. Over bijna de hele breedte van het bad was een wit gebouw opgetrokken waar de entree, de kleedhokjes en de douches waren. Omdat het een natuurbad was had je in de zomer wel eens last van eendenkroos, maar alleen als de wind uit het zuiden waaide. Als je na een duik dan boven water kwam, zaten je hoofd en lijf onder een groene laag kroos. Ook boven op het dak van het gebouw kon je zitten of liggen om samen met je vrienden en vriendinnen te genieten . Vergeet niet, het was in de jaren 60 van de vorige eeuw. Er was dus constant een toezichthouder aanwezig op het dak. Als je te dicht bij je vriend of vriendin ging liggen, of hand in hand, werd je aangesproken op je gedrag. Dit kon in die tijd niet. Het was al heel wat dat je gemengd mocht zwemmen.
Zwemvijver
Bij het sportpark van VV Koewacht, aan de Wouterij, kwam een speeltuin met zwemvijver. Nou ja, zo kon je het wel noemen. Een uitgegraven rechthoekig watertje met tegels aan de zijkant. Je kon je er nauwelijks in keren. Alleen de goudvissen hadden ruimte genoeg om zich vrij te bewegen. Toch werd er een soort "badmeester" aangesteld. Hij moest toezicht houden en de jeugd van Koewacht leren zwemmen. Je werd te water gelaten met een touw om je middel. Het touw was vastgemaakt aan een lange stok waarmee de badmeester langs de kant liep. Zo'n stok werd hier ook wel "keerkodde" genoemd, afkomstig uit de vlasindustrie en gebruikt om vlas (dauwroot) om te draaien (te keren).
Nieuw bad
Deze situatie (ik bedoel het kikkerbadje maar ook het zwemmen in de kreken) bleef voortbestaan tot eind jaren zestig van de vorige eeuw. We hebben het aan de landelijke en regionale politiek te danken dat daar verandering in is gekomen. Niet dat men de situatie voor de zwemmers wilde verbeteren, maar het was wel het gevolg van hun handelen. Men was begonnen met de herindeling van de gemeenten. Alles moest op grotere schaal onder het mom van efficiëntie en bezuinigingen. Dat dat later anders uitpakte wordt nog steeds ontkent. Koewacht verloor zijn zelfstandigheid als gemeente, dus inclusief zijn gemeentebestuur en burgemeester. We werden samen met Zuiddorpe en Overslag ingedeeld bij Axel. De toen op de centen zittende raad kreeg de schrik van zijn leven: "Oei, Axel gaat er straks met ons geld vandoor, wat kunnen we doen?" In de volgende raadsvergadering stond dit punt op de agenda. Het toen meest luidruchtige raadslid Melda de Block (Met Mel Meer Mans) sloeg met de schoen op tafel en ijverde voor een nieuw zwembad nog voor de herindeling. Ze kreeg haar zin en in mei 1967, (1970 was het jaar dat we bij Axel kwamen) was het bad gerealiseerd, compleet met hoge en lage duikplank. Super voor een dorp als Koewacht. Een groot stuk in de krant deed melding van de activiteiten die die dag plaats vonden.
Badmeester Fons van Poele
Er werd ook meteen een professionele badmeester aangesteld. Fons van Poele verscheen in wit pak, surveilleerde langs de badrand en begon met het geven van echte zwemlessen. Er gebeurden mooie dingen in het vlassersdorp. Mensen die vroeger nooit de kans hadden gekregen om te (leren) zwemmen gingen op zwemles. Dus heel veel volwassenen leerden van Fons van Poele de schoolslag. Als voorbeeld nemen we een groep "huisvrouwen" uit het dorp. Elke week kwamen ze trouw naar het bad en kregen les. Mooi dat dit spontaan gebeurde. Het was een enthousiaste groep die allemaal mochten afzwemmen en het A-
ZCK (ZwemClub Koewacht)
Het zwembad was amper nog geen jaar open of zwemclub "De flippers" werd opgericht. Helaas bestond deze naam al in Nederland; dus werd het veranderd in ZCK (Zwem Club Koewacht). In het wapen van de club zie je echter nog steeds een dolfijn (flipper) afgebeeld. De bedoeling van de club was om het zwemmen in Koewacht te stimuleren. Weldra werd er gestart met het diplomazwemmen en nog voor het tienjarig jubileum gevierd werd was men al bezig met het opleiden van wedstrijdzwemmers voor de KNZB. Op zondag 2 juli werd het 10-
In 2018 was het feest: De zwemclub bestond 50 jaar. Geweldig toch!
Internationaal
Koewacht is een grensdorp. Veel zwembaden in omringende Belgische dorpen zoals Stekene en Moerbeke zijn gesloten. Hoe de bestuurders daar bij kwamen is mij een raadsel. Gelukkig gaan er in Stekene weer stemmen op om een nieuw zwembad te openen. Al heel veel jaren komen de kinderen uit de omgeving van Koewacht hier zwemmen. Natuurlijk ook vanuit België. Ik denk dat op dit moment er meer Belgen dan Nederlanders het bad bezoeken. Tijdens de zomermaanden is het een drukte van belang. Men spreekt van 1000 tot 1500 bezoekers op een mooie warme dag. Ze kunnen zwemmen, duiken, in de speeltuin spelen en er is een grote zonnewei. Wat wil je nog meer in de zomervakantie. Het is natuurlijk niet al goud wat er blinkt. De laatste jaren zijn er toch een aantal vervelende incidenten geweest, veroorzaakt door groepen Marokkaanse tieners. Ze kwamen met de bus vanuit Sint Niklaas en gedroegen zich op het zwembad alles behalve normaal. Er werd ruzie gemaakt, gepest en er gaan zelfs verhalen dat kinderen in de kleedkamers betast werden. Laten we hopen dat het niet zo is. Als ze na sluitingstijd vanaf het zwembad naar de bushalte liepen versperden ze de hele straat. Met een groep van zo'n 25 liepen ze midden op de straat, zodat niemand er nog door kon. Uit navraag bleek dat ze in België niet meer welkom waren in de zwembaden van Sint Niklaas en Beveren. Dus dan maar naar Koewacht.
Sommige ouders hielden hun kinderen thuis en dat kan natuurlijk niet. De gemeente Terneuzen heeft drastisch ingegrepen. Wie geen abonnement had kon het bad niet meer in. Dat was echter te drastisch. Als er in de zomer vriendjes of familieleden op bezoek waren, zouden deze zonder abonnement niet mee mogen naar het zwembad. Daarom werd deze maatregel teruggedraaid. Vanaf 2019 moet echter iedereen die binnen wil zich identificeren en worden vervelende raddraaiers aan de hand daarvan verwijderd en krijgen een toegangsverbod. Laten we hopen dat iedereen voortaan met plezier kan zwemmen en spelen.
In de toekomst
Wat geweldig dat de gemeente Terneuzen een aantal openluchtzwembaden open houdt in de dorpen. Dit getuigt van een goed beleid en werpt zeker zijn vruchten af als het gaat om jeugdkriminaliteit, nuttige tijdbesteding voor de jongeren, vakantieplezier en sportiviteit in de regio. Dat zoiets geld kost is normaal. Je weet echter dat dit geld op een zeer goede manier besteed is aan onze jeugd. Chapeau voor ons College van B&W en de raad. Laten we de baden open houden en niet bezuinigen op deze prachtige en vooral nuttige voorzieningen.